Verrekenen met de medewerker; aandachtspunten en risico's op een rij
Uit onze praktijk blijkt dat veel werkgevers hun medewerker willen helpen wanneer deze financiële problemen heeft. Een oplossing die soms geboden wordt, is een lening of voorschot waarmee de medewerker de betalingsachterstanden kan afbetalen. Let dan wel goed op.
Bij loonbeslag wordt door een schuldeiser via een deurwaarder, beslag gelegd op het salaris van de medewerker. Een deel van het salaris mag de medewerker zelf houden. Alles boven de beslagvrije voet moet worden afgedragen aan de gerechtsdeurwaarder. Wat voor gevolgen heeft dit voor het voorschot of de lening of overige gelden die je tegoed hebt van de medewerker?
Wat mag worden verrekend bij loonbeslag?
Verstrekte voorschotten en leningen mogen door de werkgever eerst verrekend worden, voordat het loonbeslag uitgevoerd moet worden. Hier is wel een aantal voorwaarden voor:
-
de vordering (voorschot of lening) vloeit voort uit dezelfde rechtsverhouding als waar de uitbetaling van het loon of de uitkering voortvloeit
-
het voorschot of de lening is eerder verstrekt dan dat er loonbeslag gelegd is
-
het voorschot of de lening is schriftelijk vastgelegd waarin de directe opeisbaarheid vermeld staat bij een loonbeslag.
Meer informatie over verrekenen bij loonbeslag vind je via Basisvoorwaarden om te verrekenen bij loonbeslag.
Een voorbeeld:
Een werkgever verstrekt op 3 maart een voorschot met de bedoeling dit met het salaris van maart te verrekenen. Wanneer er op 15 maart een loonbeslag wordt gelegd, mag de werkgever eerst zijn vordering verrekenen en wat resteert naar de gerechtsdeurwaarder overmaken. Een voorschot dat verstrekt wordt ná 15 maart, mag niet worden verrekend.
Een werkgever kan mogelijk een opeisbare vordering op de medewerker verrekenen met een vordering die de medewerker op de werkgever heeft, doorgaans de loonvordering. Informatie over wat u als werkgever mag verrekenen vindt u via de site van de Arbeidsrechter.